De Ransuil (Asio otus)

De Ransuil - Dirk Muller
Familie De enige familie van de ransuil is de velduil (Asio flammeus).
Kenmerken De ransuil is, zeker vergeleken bij de bosuil (Strix aluco), een slanke uil. Hij heeft eigenlijk drie opvallende kenmerken en dat zijn de oorpluimpjes, die meestal recht omhoog staan maar ook plat kunnen liggen, zijn oranje-gele ogen en tussen zijn ogen een wit 'kruis'. De twee 'oren' zijn niet zijn echte oren. Dit zitten op zijn hoofdhuid. Hij heeft twee gele halve circels om zijn ogen. In zijn geheel lijkt hij op een boomstronk, om het maar heel kort te zeggen. De hele bovenkant en achterkant is geelbruin met donkere strepen en is een hele goede camouflage. De onderkant is lichter met donkere strepen. Tussen het mannetje en het vrouwtje zit in het uiterlijk bijna geen verschil.
Eten Het voedsel bestaat grotendeels uit muizen, en dan specifiek de veldmuis (rond de 70-80%). Zo'n 10% zijn kleine vogels, zoals groenlingen die in de winter als groep bij elkaar zitten.
Geluid -
Details
  Asio otus Spanwijdte: 94-95 cm
Nederlands Ransuil Lengte: 35-37 cm
Engels Long-eared owl Gewicht: 210-330 g
Frans Hibou moyen-duc Aantal: waarschijnlijk 5.000 tot 6.000 paren
Duits Waldohreule Periode: hele jaar
Nest De ransuil legt een broeisel van 4-5 eieren, soms zelfs tot 8. Het vrouwtje broedt 27-28 dagen tot de eieren uitkomen.
Gedrag De ransuil komt in grote delen van Europa voor. In de noordelijke populatie trekt in de winter naar het zuiden maar het merendeel van de ransuilen zijn standvogels. In spanje en Italië komt de ransuil minder voor evenals in de alpen. Ook in hoge noorden - Rusland, Siberië en Lapland - komt de ransuil niet tot weinig voor.
Versie 2.2 © Niets van deze site mag letterlijk, zonder toestemming van de auteur, worden gebruikt of verspreid worden. Dit geldt ook voor de afbeeldingen.