De Boerenzwaluw (Hirundo rustica)
Familie | De boerenzwaluw heeft geen familieleden hier in nederland. |
---|---|
Kenmerken | Hij heeft sterk verlengde buitenste staartpennen, en daardoor is hij alleen te verwisselen met de roodstuitzwaluw (die niet in Nederland voorkomt). Zijn keel en voorhoofd zijn roodbruin. De bovenkant is helemaal donker dus ook zonder lichte stuit. De kleur van de onderkant is meestal wit of licht roomkleurig, maar soms oranjeachtig. |
Eten | De boerenzwaluw eet voornamelijk insecten. Vooral heel veel muggen. |
Geluid | De zang van de boerenzwaluw is een lang aanhoudend kristalhelder gekwetter met imitaties, vaak afgesloten met een geknars als van een piepend scharnier. |
Details |
|
|||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nest | De boerenzwaluw bouwt zijn nest, een halve kom van klei met gras en stro, voornamelijk onder bruggen en dakranden tegen balken, waar steun voor zijn nest te vinden is. De boerenzwaluw heeft vaak twee broedsels per jaar. | |||||||||||||||
Gedrag | Tijdens zijn (snelle) jacht op insecten maakt de boerenzwaluw sierlijk,
zwenkende bewegingen. Je kunt het weer voorspelen door zwaluwen: ze jagen
op insecten en bij lage druk (dus dalende lucht, naderende neerslag)
zitten de insecten laag, dus de belager ook. Bij hoge druk (dus stijgende
lucht, mooi weer) zitten de insecten hoog, dus de belager ook. De jonge vogels worden, nadat ze uitgevlogen, nog een tijdje door hun ouders gevoed. De boerenzwaluw is vanaf eind maart in ons land, hij verblijft dan voornamelijk in open land, waar boerderijen, schuren etc. zijn. Hij trekt weg in augustus/oktober. |