De Aalscholver (Phalacrocorax carbo)
Familie | De Latijnse naam van de aalscholver is Phalacrocorax carbo. De aalscholver die hier het meeste voorkomt is de ondersoort sinensis. |
---|---|
Kenmerken | De aalscholver is een grote, zwarte watervogel. Hij is helemaal zwart in zijn winterkleed en in zijn zomerkleed heeft hij met witte vlekken achter zijn vleugels en op zijn hoofd. De jonge zijn heel variabele van kleur, maar zijn over het algemeen wat lichter met donkere vlekken (bijna nooit helemaal wit) dan de volwassen vogels. |
Eten | De aalscholver is een viseter. Hij duikt naar zijn vis. De aalscholver kan tot 1/7 deel van zijn eigen gewicht aan vis eten per dag. Dat komt neer op 0,5 kilo vis per dag. |
Geluid | Als ze tijdens het broedseizoen in kolonies zitten te broeden, maken ze geluid, maar de rest van het jaar zijn het stille vogels. |
Details |
|
|||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nest | Broeden gebeurt in (soms hele grote) kolonies. Meestal zitten de nesten bovenin een boom en omdat aalscholveruitwerpselen niet zo prettig zijn voor de boom, kan de boom na een poosje behoorlijk kaal worden. Maar ook bomen waar standaard aalscholvers in zitten worden ook aangetast door de uitwerpselen van de aalscholver. | |||||||||||||||
Gedrag | De aalscholver komt voor daar waar veel vis is, bijvoorbeeld bij rivieren
maar ook gewoon in sloten tussen weilanden. Hij eet dan ook alleen maar vis.
Je ziet ze vrij snel, want ze vliegen meestal op als je te dicht lang de sloot
rijdt. Iets wat hij veel doet is met gespreide vleugels gaan staan 'wapperen' (wat er een beetje vreemd uitziet). Dit doet hij om zijn vleugels te laten drogen. Zwemmen doet hij met een gestrekte nek en zijn hoofd omhoog. De aalscholver is een standvogel; hij blijft heel het jaar en trekt niet weg. |